zaterdag 28 maart 2020

Verhaal in 40 afleveringen 7: De schoenfabriek

Als iemand me twee maanden geleden had gevraagd wat ik zou doen met een ui die zacht was geworden zou ik zonder aarzelen hebben geantwoord dat ik die weg zou gooien. Maar alles is veranderd en aangezien ik niet weet of er nog uien te koop zijn, bewaar ik dit zachte exemplaar tot na het boodschappen doen volgende week. Net als het langzaam maar zeker opeten van het harde brood van boekweitmeel.
Soms vraag ik me af of het niet  egoïstisch is dat we hier blijven. Niet dat we zomaar terug zouden kunnen gaan naar Nederland. Maar het feit dat we kiezen voor deze rust, het lekkere weer en de geïsoleerdheid in Frankrijk maakt dat we ver weg zijn van alle mensen waar we van houden. En wat als er daar iets mee gebeurt? Over een mogelijke besmetting van onszelf heb ik het niet, die zullen we moeten dragen. Het betekent wel dat de kinderen niet kunnen komen (als dat al mag). Maar ik weet dat, als er iets met de kinderen niet goed gaat, ik meteen terug wil. En dat kan dan niet.


De schoenfabriek draaide ondanks een toenemend aantal grieppatiënten op volle toeren. Door de ziektegevallen betekende het wel dat de overgebleven werknemers harder en langer moesten werken omdat de nieuwe collectie op tijd af moest zijn. Tien procent van de mensen was ziek en van degene die overbleven klonk de hele dag een droge hoest. De Italiaanse meneer was een week lang iedere dag op bezoek geweest en had hen gecomplimenteerd met hun werklust. Ze moesten wel, voor hen stonden er genoeg anderen in de rij voor een baan. Steeds meer boeren gaven hun bedrijf op om in de stad werk te zoeken. Een boerderij leverde weinig op en de kinderen kregen nauwelijks onderwijs. Als je wilde dat je kinderen een beter leven kregen dan jezelf zat er weinig anders op dan naar de stad te gaan en onderdak te zoeken bij familie.

Ook in het huis van de overleden Chén waren na de begrafenis twee families achtergebleven. Ze hadden aan haar man gevraagd of die een goed woordje voor hen wilde doen in de schoenfabriek. Nu er zoveel zieken waren lukte het hem om twee neven als schoonmaker binnen te loodsen. Thuis was het passen en meten. Met twee extra gezinnen erbij werd 's nachts ieder hoekje als slaapplek ingericht en 's morgens moesten ze allemaal tegelijk opstaan om niet over elkaar te struikelen. Een paar van hen hoestten vreselijk en hielden de anderen uit hun slaap. Nadat bijna iedereen oververmoeid was geraakt werd besloten dat de zieken op het balkon moesten slapen. Zo kregen de anderen een beetje rust, zeker degenen die overdag moesten werken.

In de krant stond weinig nieuws. Er was een groot interview met de Italiaanse man en dat maakte hen trots. Daar werkten ze voor en die persoon stond in de krant. Dat straalde een beetje op hen af. In het artikel benadrukte hij hoe en efficient de fabriek draaide en met hoeveel inzet de mooie Italiaanse schoenen gemaakt werden. Het was vakwerk dat geleverd werd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laatste bericht

Het plan is om komende vrijdag te vertrekken naar de Dordogne en dan is er een eind gekomen aan ons 7 maanden durende verblijf hier. We kunn...